100 Jaar BLF – Aan het water
De Zuid-Hollandsche Bierbrouwerij was één van de vele grote fabrieken die zich aan de buitenste singelgracht vestigde. Het complex aan de Noordwal vlak voor de sloop in 1975. (verzameling HGA)
De eerste aanleiding tot de oprichting van de BLF was de vertraagde aanleg van de spoorverbindingen in de Laakhaven. Voor het water hoefde men zich totaal niet in te spannen, dat werd zonder aansporing direct in de plannen betrokken. Dit paste ook geheel in de traditie van de bedrijvigheid in de stad, die altijd op het water georiënteerd was voor de aan- en afvoerlijnen.
Het begon met watergerelateerde nijverheid aan het eind van de 14de eeuw toen rond de Langegracht, de huidige Gedempte Burgwal en Gedempte Gracht, en de Voldersgracht in het Spuikwartier de lakennijverheid floreerde. Nadat de Haagse Trekvliet en het Spui in de 14de eeuw waren aangelegd konden grotere schepen het centrum van het dorp Die Haghe bereiken om onder meer de wol uit Engeland voor de lakenindustrie aan te voeren. De eeuwen daarna werden nieuwe grachten gegraven. In de 17de eeuw werd het wonen aan de gracht, naar Amsterdams voorbeeld, populair en ook Den Haag zou zijn Keizersgracht krijgen, die hier Prinsegracht ging heten. In het Spuikwartier ontstond in die periode een complete binnenhaven, veel namen in het centrum herinneren er nog aan. Zo was de Ammunitiehaven de plek voor de opslag van kanonnen van de Haagse geschutgieterij en de Houtmarkt en Turfmarkt lag rondom een gracht, de Veerkades waren voor de beurtschippers en aan de Bierkade werd het bier overgeslagen.
Hout- en Turfmarkt met zicht op de Nieuwe Kerk aan het Spui, 1897 (Fotograaf Jackson)
Het water van Spui en Trekvliet vormde eeuwenlang de verbinding met het achterland. Per schip was vervoer beter te regelen dan over de vaak moeilijk begaanbare wegen. Begin van die eeuw werd in Den Haag de grachtengordel gegraven, oorspronkelijk als verdedigingswerk. Daarmee was het waternetwerk in en rondom het dorp voltooid. Deze singelgrachten, tot ca. 1840 de buitengrens van de stad, zijn inmiddels de laatste overgebleven restanten van dit netwerk, tegenwoordig druk bevaren door rondvaartboten.
Rond 1870 passeerden zo’n 70 bedrijfsschepen per dag het havenkantoor aan het Zieken. Tien jaar later groeide dit aantal uit tot 100 per dag. In het laatste kwart van de 19de eeuw raakte het Spuicentrum met haar bedrijventerreinen en ook de vele sloppen en exploitatiehofjes op binnenterreinen overvol. Dat maakte dat de bedrijvigheid uitwaaierde over de grachtengordel. Grote fabrieken zoals houthandel Dekker, meubelmaker Pander, bierbrouwerij ZHB en meubelfabriek Mutters vestigden zich aan de randen van Den Haag. In de loop van de tijd raakten ze omringd door de nieuwe stadsuitbreidingen.
Stadsplattegrond van Elandts waarop het Haagse grachtennetwerk is te zien, 1666. (Verzameling HGA)
Niet alleen de bereikbaarheid van de bedrijven vormde langzaamaan een probleem ook de kwaliteit van het water was dat. De grachten waren min of meer een open riool geworden en epidemieën leidden uiteindelijk tot demping van de meeste grachten. De bedrijvigheid moest hierdoor de binnenstad verlaten en trok naar de nieuw aangelegde Laakhaven. De drukte op het water was enorm in die dagen. In 1921 passeerden per jaar ca. 60.000 schepen het havenkantoor. Ook de schepen namen in omvang toe. In 1917 ging het nog om een gemiddelde tonnage van 20 ton, in 1937 groeide dit naar 100 ton, in 1960 was het al 150 en in 1977 400 ton. Daarna nam de scheepvaart sterk af. In 1990 passeerden nog maar 1.140 schepen het havenkantoor.
Het volgende haventerrein na de Laakhaven vormde de haven aangelegd voor de Groente- en Fruitmarkt ter hoogte van de huidige Fruitweg. Deze haven lag aangehaakt aan het Laakkanaal dat rond 1930 vanaf de Laakhaven naar het Westland werd geprojecteerd, maar nooit verder kwam dan de Veenendaalkade.
De Binckhorst is het laatst aangelegde watergeoriënteerde industrieterrein dat eind jaren 30 en jaren 40 werd aangelegd, direct verbonden met de Trekvliet. Het water van de Binckhorsthaven wordt als enige nog steeds bedrijfsmatig gebruikt door de betoncentrales van Basal en tot het einde van het jaar door Cement Bouw en een recenter nieuw gebruik voor de tweemaal daagse afvoer per schip van het Haagse afval naar Europoort. Gelukkig houdt nieuw gebruik van het water door rondvaartboten, roeiboten en kano’s de levendigheid enigszins in stand. Mogelijk zullen hier op termijn nog nieuwe bedrijfsmatige functies aan toe kunnen worden gevoegd. Natuurlijk heeft het water ook nog steeds een essentiële functie voor de waterhuishouding van de totale stedelijke omgeving.
De voormalige Fruithaven waar nu de woonwijk rond de Jacob Schorerlaan en Lau Mazirellaan ligt, ca. 1933. (Verzameling HGA)
Koos Havelaar